Kortgeleden werd in Nederland een ouderenarts, voor het toepassen van euthanasie op een patient van 74 door het Openbaar Ministerie aangeklaagd voor moord. De patient had ondanks een wilsverklaring wisselende verklaringen afgelegd. De vraag wordt de laatste paar jaren vraag gesteld hoe het Hindoeisme naar het thema Euthanasie kijkt.

Mensen hebben van nature een sterke drang tot leven en overleven. Wij zouden het liefst, gezond en vitaal, maar vooral heel lang willen leven. Toch komt het voor dat mensen als gevolg van ondraaglijk lijden, meestal veroorzaakt door een ongeneeslijke ziekte, overwegen hun leven te beëindigen.

De kwaliteit van ons bestaan is dan zodanig aangetast, dat we het niet meer de moeite waard vinden om verder te leven. Onze nieuwe leefsituatie wordt door inactiviteit, pijn, afhankelijkheid en eenzaamheid zo uitzichtloos, dat we het liefst zo snel mogelijk uit het leven willen stappen. Mag een hindoe in bovenstaande situatie kiezen voor euthanasie? 

Wetgeving over euthanasie

Euthanasie of actieve levensbeeindiging is in Nederland bij wet verboden. Slechts in uitzonderlijke gevallen en gepleegd onder strikte voorwaarden met inachtneming van de wet, met daarin vervat de zes zorgvuldigheidseisen, is euthanasie toegestaan.

De wil van de patient en de visie van de behandelende arts zijn hierin belangrijkste argumenten.

Hindoes over levensbeëindiging

Voor een hindoe-patient komen behalve de bovengenoemde voorwaarden ook nog de eigen levensbeschouwelijke opvattingen in het afwegingsproces aan de orde.

Over het wel of niet mogen plegen of ondergaan van euthanasie wordt binnen het Hindoeïsme genuanceerd gedacht. Er zijn hindoes, die op basis van de heilige geschriften euthanasie verwerpen, terwijl andere hindoes in diezelfde geschriften juist een rechtvaardiging van hun pro-euthanasie opvattingen vinden.

Het menselijk leven is te kostbaar

Tegenstanders vinden het menselijk leven veel te kostbaar om er voortijdig een einde aan te maken. Immers, zo redeneren ze, een leven als mens krijg je niet zomaar. Geboren worden als mens betekent, dat je een evolutie-traject bestaande uit 8.400.000 bewustzijnsvormen achter je hebt gelaten. Je hebt dan de hoogste ladder op dit traject bereikt.

Eenmaal op dit niveau, dien je door geestelijke ontwikkeling, toewijding aan God en toepassing van de dharma-principes, jezelf te verlossen uit de cyclus van leven en dood. Leven volgens de dharma betekent, leven volgens de geldende regels van moraal en ethiek en overeenkomstig de wetten van natuurlijke orde. Het plegen van euthanasie, betekent ingrijpen in het natuurlijk verloop. Voor euthanasie is er in het dharma-concept dus geen ruimte.

Ingrijpen in het natuurlijk verloop van Karma

Een ander bezwaar tegen euthanasie vormt het karma beginsel. Karma, is de wet van oorzaak en gevolg. Elke daad die een mens pleegt ( alles wat hij denkt, zegt en doet) heeft vroeg of laat gevolgen voor hem. Goede daden hebben goede gevolgen en slechte daden hebben negatieve gevolgen.

Beëindiging van het leven, ook als dat je eigen leven is, is ingrijpen in het natuurlijk verloop, (a-dharmisch handelen) en dus een slechte daad. Vroeg of laat zal de ziel van de betrokkene, eventueel na aanname van een of andere biologische vorm, de negatieve gevolgen voor die daad moeten ondergaan. Want de ziel sterft niet. Slechts het lichaam gaat dood zoals blijkt uit vers 2.20 van de Bhagwad Gita : 

“ De ziel kent noch geboorte noch dood. Eenmaal zijnde houdt ze nimmer op te zijn. Ze is ongeboren, eeuwig, immerzijnd, onsterfelijk, en oorspronkelijk. Ze wordt niet gedood wanneer het lichaam wordt gedood”.

Bhagvad Gita 2:20

Een ander argument die tegenstanders regelmatig aanvoeren, is die van de onverwerkte karma.

Door voortijdig uit het leven te stappen, blijft een deel van de karma onverwerkt. Dit onverwerkte karma neemt de betrokkene mee naar het volgend leven. Dat er na de dood nieuw leven is, blijkt uit vers 2.27 van de Bhagwad Gita.

“ Wie geboren is, gaat een gewisse dood tegemoet. En wie dood is, wordt zeker weer geboren. Daarom behoor je bij het onvermijdelijk vervullen van je plicht geen klacht te uiten “.

Bhagvad Gita 2.27

Het Lichaam als Werktuig

Voorstanders van euthanasie zien in de bovengenoemde vers 2.20 van de Bhagwad Gita, juist een bevestiging van hun positieve houding. Immers, zo redeneren ze, het lichaam is een werktuig van de ziel. Het is een instrument dat je gebruikt om een leven te leiden, die overeenkomt met de regels van de dharma. Dus een leven van o.a. dienstbaarheid aan de medemens en toewijding aan God.

Maar een ernstig zieke en afgetakeld lichaam, is niet meer tot dienstbaarheid in staat. En zeker niet als er sprake is van een negatief ziekteverloop. 

Door pijn, medicatie, eenzaamheid en vaak een nieuwe leefomgeving ( ziekenhuis of verzorgingshuis) wordt het ook erg moeilijk of zelfs onmogelijk om in gebed en gedachte aan God toegewijd te zijn.

Volgens voorstanders van euthanasie is het lichaam dan niet meer in staat om de doelen van het leven te realiseren. Beeindiging van het fysieke leven is dan een zinvolle oplossing. Immers slechts het lichaam gaat dood. De ziel die blijft voortbestaan, neemt een ander lichaam aan en gebruikt dat als instrument om de net genoemde doelen na te streven.

Individuele vrijheid

Een andere mededeling uit de Bhagwad Gita, die volgens voorstanders voor hun opvattingen pleit, is die van de individuele vrijheid. 

Aldus heb Ik je de vertrouwelijkste van alle kennis uiteengezet. Overleg nu grondig bij jezelf wat je te doen staat en doe wat je wilt.

Bhagavad Gita 18:63

Invoeling als bron van dilemma

Toch komen zowel voor- als tegenstanders van euthanasie, in situaties terecht waarin ze intens verlangen naar actieve levensbeëindiging.

Want bijna eenieder van ons heeft weleens naast het bed van een intens lijdende familielid of vriend gestaan; mee-lijdend, radeloos en onszelf afvragend: waarom ? 

Soms raakt het lijden van die dierbare ons zo diep dat we er van alles aan zouden willen doen om die te verzachten of te stoppen. We zijn dan zelfs als tegenstander van euthanasie bereid om over onze moreel ethische grens te stappen en de behandelende arts te vragen om levensbeeindiging. 

Voorstanders van euthanasie gebruiken ook onderstaande actuele feiten als pleidooi voor hun standpunt. En dat specifiek tegen het argument dat je niet mag ingrijpen in het natuurlijk verloop van het leven. Jij als mens mag in dat verloop niet ingrijpen want God geeft en God neemt. Jij als mens staat er buiten. God beslist wanneer het leven ophoudt.

Voorstaanders wijzen deze gedachte af als te naief . Want zeggen zij: in feite pleegt eenieder elke minuut euthanasie, zelfs als je nog gezond en vitaal bent en midden in het leven staat.

Want als gevolg van slechte leefgewoonten bijvoorbeeld gebruik van drank doden we cellen in ons, ook die niet meer terugkomen zoals onze hersencellen. Door ongezonde voeding maken we ons zelf ziek en gaan we eerder dood dan normaal. En wat te zeggen van luchtvervuiling die we zelf veroorzaken. Volgens de Wereld gezondheidsorganisatie, WHO stierven er in 2019, 80.000 mensen in Europa vroegtijdig als gevolg van luchtvervuiling.

En sterven er in Nederland eveneens in 2019 zo’n 12000 mensen vroegtijdig als gevolg van fijnstof. We kiezen er bewust voor om te leven in een samenleving die overspoeld wordt met dreigingen als net genoemd en daarmee voor een langzame successieve euthanasie. Het argument van: “ wat moet ik anders, of waar moet ik dan naartoe” gaat hier niet op zeggen de voorstanders; want er altijd een oplossing of alternatief. 

Dharma als ultieme gids

Als de geschriften zoals hierboven blijkt zowel voor- als tegenstanders bedienen, is er dan geen eenduidige opvatting binnen het Hindoeisme hierover?

Ja die is er; nl dharma. Het dharmaprincipe roept de Hindoe op om in elke situatie de juiste keuze te maken. Dat wil zeggen op de juiste wijze te handelen, te spreken en te denken; dus de juiste karma te verrichten. De juiste karma is Dat is datgene te doen wat in de context van tijd, plaats en omstandigheden de innerlijke harmonie van de ander ( mens, dier, plant en kosmos) en die van je zelf handhaaft, of bevordert, maar in geen geval schaadt. Kiezen en handelen vanuit een intentie die niet gericht is op het resultaat van je handelen, maar totaal onbaatzuchtig is.