Dit jaar vieren Hindoes over de hele wereld op 30 augustus Krishna Janma Ashtmi (Janamashthami). Het verwijst naar de laatste keer dat Shri Krishna naar de aarde kwam in menselijke gedaante, vele duizenden jaren geleden. Zijn komst was noodzakelijk geworden vanwege het kwaad dat de wereld in zijn greep hield. Corruptie, onderdrukking, onrecht, jaloezie en egoïsme beheersten toen de samenleving. Voor de meeste mensen gold dit zelfs als de norm.
Het dienen van de innerlijke vijanden in ons zoals: jaloezie, hebzucht, woede, materie- en machtszucht, op zinsbevrediging gericht genot, etc., werd bij de meeste mensen verheven tot een levensdoel.
Wie is Shri Krishna?
Het Hindoe Godbeeld bestaat uit drie functionele aspecten: Brahma is het scheppende aspect, Vishnu het onderhoudende aspect en Shiva of Mahesh het regenererende aspect. Shiva zorgt voor herschepping na de dood. Shri Krishna is de menselijke incarnatievorm van God Vishnu. Hij kwam naar de aarde om ons te leren hoe wij een moreel ethisch leven kunnen leiden: ingegeven door een besef van verbondenheid met elkaar. Dat deed hij door voor ons een dergelijke leefwijze te leven. De richtlijnen voor deze leefwijze vervatte Hij in de Bhagavad Gita, ook bekend als het lied van God. Het kernbeginsel van de Bhagavad Gita, is Dharma. Dit is een levenshouding die ervan uitgaat dat je onder alle omstandigheden, zowel in handeling, gedachte, spraak en intentie, kiest voor het juiste of het rechtvaardigste. Het juiste of het rechtvaardigste betekent dat je in de gegeven situatie zodanig handelt, spreek of denkt, dat de innerlijke harmonie van zowel jou als alle andere betrokkenen wordt bevorderd of gehandhaafd, maar nooit geschaad. Het dharmaprincipe is het grondbeginsel van de Hindoefilosofie.
In een allesvernietigende oorlog, bekend als de Mahabharat, werden de kwaadwilligen vernietigd en de Dharmische levenden gespaard. Zij stichtten een nieuwe, op rechtvaardigheid gebaseerde wereld. Maar gaande de eeuwen nam ook onder hen het kwaad toe.
Persoonlijke Betekenis: een perspectief van Professor Harinarain Srivastava
Naast deze algemeen historische, ingegeven betekenis, geven mensen aan Krishna Janma Asthmi, ook een persoonlijke ingekleurde betekenis. Zo ook Professor Harinarain Srivastava. In het onderstaande leest u zijn visie op het Krishna Janma Ashtmi feest.
Gespreksverslag professor Harinarain Srivastava
Aan de buitenrand van Madhya Pradesh, één van de noordelijke staten van India, lag een dorpje met daarin een ashram (een soort klooster).
Hier werden jonge, spiritueel geïnteresseerden door wijze guru’s opgeleid tot aankomende yogi’s. De verhouding studenten en dorpsbewoners was zeer vriendschappelijk. De dorpsbewoners kwamen op hoogtijdagen en zondagen naar de ashram om lezingen van de oudere guru’s bij te wonen. Maar ook de discussies tussen de oudere guru’s en hun studenten die daarna ontstond vonden ze leerrijk en interessant. Door vrijwilligers uit het dorp werden de hele dag heel veel lekkere snacks en warm eten klaargemaakt. Het hele dorp kwam dan langs. Voor eenieder was er eten en snacks. Het terrein van de ashram veranderde op dit soort dagen in een waar feestterrein.
Dit jaar viel de keuze op professor Srivastava. Een gepensioneerde hoogleraar, die zo’n zes maanden geleden samen met zijn vrouw Vantika, aan de rand van het dorp was komen wonen. De jongste student, die ook nauwelijks zes maanden in het ashram kwam studeren, mocht hem interviewen.
De professor had voor zijn medewerking aan dit feest de voorwaarde gesteld, dat het de hele ashram en het terrein eromheen deze avond door diya’s verlicht zou worden. De studenten die daarvoor verantwoordelijk waren, hadden zijn wens vervuld en honderden diya’s aangemaakt. De hele ashram leek wel een sterrenhemel.
Zittend in de tuin tussen de vele kleine diya-lichtjes en onder genot van een kopje kruidenthee, sprak de jongste student met professor Srivastava en zijn vrouw over Krishna Janma Ashtmi, als hun inspiratiebron in het leven.
Student: “Hoe heeft u de viering van Krishna Janma Asthmi invulling gegeven?”
Srivastava hoort hem rustig aan en zegt: “Ja het is vandaag zeker een dag om blij te zijn. Shri Krishna, die in de wereld van de mensen neerdaalt. Dat is een dag waarop de redding van de mens begint. Een dag waarop de mens aan zijn eigen vernieuwing begint. De dag waarop het zaad wordt geplant voor een nieuwe wereldorde.”
“Ik ben op deze dag ook heel blij. Maar niet op de manier zoals de mensen in het dorp en de rest van India. Nee, ik ben vooral dankbaar en tegelijk ook een beetje verdrietig. Ik vier al heel lang geen Janma Asthmi. Eigenlijk sinds ik ben afgestudeerd in het klassieke Sanskriet.”
Srivastava vervolgt: “Ik vier wel de Krishna Janma Ashtmi op mijn manier en wel op de dag dat ik jarig ben. Samen met mijn verjaardag vier ik de Krisha janma Asthmi.” De jonge student begrijpt er niets van. Verbaasd vraagt hij Srivastava om nadere uitleg.
Krishna Janam Ashtmi op mijn verjaardag
Srivastava: “De dag dat ik werd geboren kwam Shri Krishna samen met mij op deze wereld. Hij zetelde al in mij in de vorm van mijn ziel of Atma terwijl ik nog niet geboren was. Bij mijn geboorte kwam Hij samen met mij op deze wereld. We kwamen samen en tegelijk. Dus we worden tegelijk jarig. Daarom vier ik de Krishna Janama Ashtmi op mijn verjaardag. Voor mij heeft Zijn komst op de wereld op de dag van mijn geboorte een grotere betekenis dan Zijn komst op de dag van de Krishna Janma Asthmi. Op mijn verjaardag dank ik Hem dat Hij in mij huist. Ik beloof Hem dan ook dat ik Hem niet zal beschamen door mijn lichaam, Zijn huis te gebruiken voor negatieve doeleinden, of om anderen te benadelen of te schaden. En dan gaat het niet alleen om mensen, maar ook dieren, planten en materie. Kortom: alles om me heen. Eigenlijk is mijn verjaardag voor mij een bezinningsdag. Een dag waarop ik Shri Krishna gedenk als mijn diepste essentie, als mijn ultieme ik, maar ook als mijn gids en raadgever. Een dag waarop ik Hem om die reden mijn intense dankbaarheid betuig.”
“Ik mediteer die dag extra lang op Hem, ik vraag Hem mij te steunen in mijn verlangen naar verbinding met Hem. Mijn dagelijkse meditatie is niets anders dan een zoektocht naar Hem, naar mijn diepste eeuwige ik, Shri Krishna. Ik verzocht jullie om vanavond met heel veel diya’s de ashram en haar hele omgeving te verlichten. Niet alleen omdat het mooi, sfeervol en romantisch is. Maar omdat licht de energie van Shri Krishna symboliseert die in elk van ons aanwezig is. Licht dat ook warmte, energie en liefde symboliseert. Omdat Shri Krishna liefde op absolute niveau is, en een beetje van Zijn energie in ons huist, zijn wij mensen ingegeven door die bron in staat om liefde, betrokkenheid en verbondenheid te tonen naar de ander.”
Student: “Is het niet erg egoïstisch van u om deze dag te linken naar uw strikt persoonlijk leven?”
Srivastava: “O nee dat is het zeker niet. Shri Krishna’s vorige komst was een noodzaak. Omdat de wereld in een overweldigende moreel ethisch verval was geraakt en negativiteit en egoïsme tot een norm waren verheven. Hij kwam om ons onderricht te geven in de Dharmafilosofie. Deze filosofie leert ons dat de hele wereld een grote familie is. En dat de essentie van elk schepsel niets anders is dan een deeltje van Hem. Dat deeltje is in ieder mens gelijk en gelijkwaardig. Omdat de diepste kern in ons van dezelfde bron afkomstig is, zijn we allemaal familie van elkaar. We zouden daarom ons met elkaar moeten verbinden. En andere schepselen om ons heen niet moeten schaden. Niet in ons denken of handelen, maar ook niet in onze intentie. Altijd kiezen vanuit een besef van wat natuurlijk goed is zowel voor jezelf als voor de ander. Shri Krishna vertelde ons dit niet alleen, Hij leefde het ons voor.
“De vraag is : waarom doet Shri Krishna dit allemaal?”
“Hij doet dat puur uit liefde voor de mens. Omdat Hij ons als Zijn kinderen ziet, maar ook als Zijn vriend en familie. Zijn liefde voor de mensheid is eindeloos. Om Zijn liefde te tonen neemt Hij bij Zijn komst de vorm van een mens aan. Als God kon Hij elke vorm aannemen, maar Hij koos voor de menselijke vorm; puur en alleen om ons te laten zien dat Hij ook één van ons is, dat Hij gelijk en hetzelfde is als wij. Hij komt niet als een of andere grote wijze man met een baard en een stok om ons te straffen of te vernederen, Hij kiest voor een vorm die voor ons herkenbaar is, maar vooral benaderbaar. Hij leeft op aarde niet gescheiden van ons maar onder ons en met ons. Hij leeft ook zoals wij dat doen. Hij trouwt, heeft vrienden en familie en Hij heeft een baan, de laatste keer eerst als koeherder, daarna als koning van Dwarka. God wordt daardoor voor ons als mens bereikbaar. We kunnen in Zijn directe nabijheid vertoeven en zijn goede voorbeeld voor een Dharmisch leven tot ons nemen.
De incarnatie van Shri Krishna die we nu met de Janma Asthmi vieren was bijna aan het einde van de Dvaper-tijdperk. Toen heerste er een bijna totaal ethisch – moreel verval onder de mensheid. En wel zo vergaand dat de meeste mensen toen de wereld zagen als een groot restaurant, annex magazijn waarvoor gold:
“All you can eat, drink and take”. Een overmaat aan egoïsme, individueel gericht genot, bezitsdrang en machtszucht, resulteert uiteindelijk in verstoring van natuurlijke processen zoals schade aan het ecosysteem en ongelijkheid in de vorm van overvloed bij de een en armoede bij de ander.
Dit tijdperk eindigde met een allesvernietigende oorlog, de Mahabharat, tussen twee partijen. Bij elkaar was dit de grootste crisis die de mensheid heeft meegemaakt. Aan het einde van de Kaliyug, dat is de periode waarin wij nu leven, komt hij weer terug; maar dan niet onder de naam Krishna, maar Kalki. Want dan is er weer sprake van een extreem moreel ethisch verval onder ons.”
Het tegenhouden van ethisch verval
Srivastava vervolg: “Op een dag als vandaag worstel ik met de vraag : is dit moreel-ethisch verval van de mensheid met als climax ervan een totale allesvernietigende oorlog met miljoenen doden, wel nodig? Kunnen wij ons ethisch verval niet tegenhouden?
Of heeft de menselijke geest waarin het ethisch onderscheidingsvermogen tussen goed en kwaad zetelt, een beperkte houdbaarheid. En is het einde van een yuga een soort vanzelfsprekende vervaldatum, ervan?
We leven nu in de kali yuga die in 3102 voor Chr. begon en een totale duur heeft van 432.000 jaar.
Het tegenhouden van van geestelijk verval
“Kunnen wij ons geestelijk verval in de vele honderden jaren die wij nog hebben niet tegenhouden vraag ik mij af. Dat moet toch te doen zijn?
Het is volgens mij een kwestie van willen. Immers met diezelfde geest waarin ook ons intellect zetelt zijn we in staat om ter bevordering van de kwaliteit van ons leven moderne technologische- en medische ontwikkelingen te realiseren. Dan moeten wij toch ook in staat zijn om ons moreel ethisch vermogen verder te ontwikkelen en te verfijnen.”
Student: “Maar het verval en de komst van Shri Krishna is toch allemaal al bij voorbaat als een soort natuurwet vastgelegd?”
Shrivastava: “Nee dat denk ik niet. Het is voor ons mensen een kwestie van onszelf verder willen ontwikkelen met name op spiritueel gebied maar ook op dat van beschaving, waarden en normen. Als dat gebeurt ontstaat er langzamerhand vanzelf een samenleving die rechtvaardig is, die betrokken en humaan. Als we het echt serieus willen dan kunnen wij ons verval tegenhouden.
De prijs die Shri Krishna heeft betaald
Student: “Maar waarom wilt u perse dit verval tegen houden?”
Shrivastava : “Omdat het de bron is van een diep ingrijpende crisis. Van intens lijden en vernietiging.
Shri Krishna’s komst en verblijf hier op aarde is een daad van onbegrensde liefde voor de mensheid.
Maar de prijs die Hij hiervoor betaald is zo ingrijpend, intens en wreed, dat het alleen door een Goddelijke kracht kan worden opgebracht. Zijn leven op aarde te midden van ons is een grote lijdensweg. Denk maar aan het feit dat Hij direct na de geboorte bij Zijn ouders werd weggehaald om niet vermoord te worden, zelfs als baby. Stel je voor dat je als kind al niet bij je ouders mag zijn.
Terwijl hij opgroeide werden er diverse moordpogingen gedaan om hem op te ruimen: zoals door Putna, door hem giftige melk te voeren, Kalya de slang, Shishupal, die steeds vernederde en niet te vergeten de koning Kamsa.
Daarnaast leefde Hij in een verdeelde wereld met twee grote groepen. De goeden die Hem wanhopig smeekten om Hem tegen het kwade te beschermen.
En de kwaden die Hem aanriepen om zich aan hun zijde te voegen en hun kwaadaardigheden daarmee te rechtvaardigen.
In principe verkeerde Shri Krishna in een situatie die je kunt vergelijken met die van een gijzeling. Hij zat gevangen tussen beide groepen. Want Hij was voor de kwaden ook aanspreekbaar omdat Krishna hen alsnog op het rechte pad wilde krijgen. Want anders wachtte hen uiteindelijk niets anders dan de dood. En dat wilde Shri Krishna niet. Daarvoor heeft Hij zelfs de kwaden te lief. Ik als individu voel mij hier een beetje verantwoordelijk voor. Eigenlijk schaam ik mij een beetje voor wat wij uiteindelijk veroorzaken.”
Het lijdensweg van Shri Krishna
Shrivastava: “Neem nou de laatste keer toen hij op aarde was. Waarvan wij nu de Janma Asthmi vieren.
Hij heeft toen eindeloos geprobeerd om de kwaden tot rede te brengen en te kiezen voor minimale rechtvaardigheid. En de Pandava’s, de goeden, een klein stukje land te geven waarop zij een op vrijheid gebasseerde minimum bestaan zouden kunnen hebben.
Hij ging bij Bhisma Pitama, de hofadviseur, met dit verzoek, daarna naar de koning Dhritarastra en tenslotte een avond voor de strijd zou losbarsten zelfs naar Duryodhan, de aanvoerder van de kwaden.. Maar zelfs dat was voor de kwaden teveel om te geven. Met als ultieme gevolg een allesvernietigende oorlog met miljoenen doden (mahabh. Stri parva , 26)”
De vloek die Shri Krishna moest dragen
Hoe diepgaand Zijn lijden was, blijkt uit Zijn gesprek met Gandhari de moeder der kwaden die aan het einde van de Mahabharat plaatsvond.
Gandhari vervloekt Shri Krishna omdat haar zonen allemaal door de goeden werden gedood, zelfs zoon Duryodhan die als onverslaanbaar bekend stond.
Gandhari:
Luister Krishna, luister naar wat ik je te zeggen heb,
Je mag God zijn, Je bent misschien almachtig.
Wat Je ook bent, wie Je ook bent
ik vervloek Je!
En ik vervloek al Je vrienden en verwanten.
Ze zullen elkaar aanvallen en doden.
Zij zullen elkaar vernietigen.
Net zoals door hondsdolheid getergde honden.
En vele jaren later nadat Je getuige bent geweest van hun vernietiging, keer Je terug naar dit bos.
Alleen!
Om uiteindelijk gedood te worden, als een wild dier
door een gewone jager.
Shri Krishna:
Moeder,
Ik mag god zijn,
Ik mag almachtig zijn
Maar Ik ben ook je zoon
en jij bent mijn moeder.
Ik zei tegen Arjuna
Ik neem op mijn schouders
de verantwoordelijkheid,
van al je goede en slechte daden.
In deze verschrikkelijke oorlog van achttien dagen,
ben Ik de enige die miljoenen keren stierf,
elke keer dat een soldaat werd neergeslagen,
elke keer dat een soldaat op de grond viel,
was Ik het die werd neergeslagen,
was Ik het die gewond was.
Het was Ik, die viel op de grond en gedood werd
Ik ben het die zal stromen
in de pus
in het bloed
in het speeksel
dat zal sijpelen
uit het lichaam van Aswatthama
jaar na jaar
voor eeuwig
als Ik het leven ben
dan ben Ik ook de dood
Ik accepteer je vloek moeder!
Noot beheer platform Sanatandharm.net: bovenstaand verhaal heeft in het geheel niet de bedoeling om bij de lezer schuldgevoelens aan te praten; het is uitsluitend bedoeld als aansporing tot het betrachten van het goede (Dharma).